Meten bij mensen met niet aangeboren hersenletsel

Updated on January 11, 2023 in Meten
1 on January 8, 2023

Hallo allemaal,

Vandaag deed ik een meting bij vriendin W. W. heeft niet aangeboren hersenletsel (6 herseninfarcten in een paar weken, jaren geleden). Dat was een uitdaging om de meting mee te doen. Een paar wetenswaardigheden wil ik met jullie delen.

  • De eerste reeks metingen ontmoette ik eigenlijk iedere keer weinig weerstand in de houdingen. Alsof ik haar in alle poses makkelijk omduwde. Ik heb het laten gebeuren en heb de reeks afgemaakt omdat ik niet zo goed doorhad of de eerste 5 gewoon zwak waren en de kracht op het einde zou komen…
    Vraag 1: Hoe weet ik of iemand de houding echt goed te pakken heeft? W. is makkelijk en veel in haar hoofd en het duurt even voordat ze blijkbaar het contact met haar lijf wist te maken.
    Vraag 2:
    Is het wijs een reeks gewoon af te maken, of slimmer terug te gaan naar het begin en daar opnieuw te starten. Cliënt kan gevoel van falen krijgen…
  • De aansturing vanuit het hoofd van W. is opnieuw aangeleerd voor vele functies. Het werkgeheugen krijgt bij de instructie van de houding veel voor zijn kiezen. Het vroeg hier vooral goed de tijd nemen en langzaam opbouwen van de houding. De aansturing van haar evenwicht en schouders is bijvoorbeeld een nieuw aangeleerd patroon.
    Wetenswaardigheid: Bij mensen met NAH dus goed om te letten op dit soort bijzonderheden.
  • Toen ik uitkwam op bijna dezelfde score als dat ik zelf heb (1752 versus 1759) kwam ik opnieuw bij de
    Vraag of er projectie plaats kan vinden in een meting. W. herkende de uitkomst overigens wel.

Graag tot morgen!

 
  • Liked by
  • MirandaLaurant
  • Mark
Reply
0 on January 11, 2023

Mooie ervaring Marco! En zoals gisteren ook besproken, mooi hoe je het hebt aangepakt. Ook voor andere lezers nog wat antwoorden en aanvullingen: 

  • Vraag 1 en 2: Ik combineer in het antwoord even beide vragen, omdat ze wat mij betreft gekoppeld zijn. Het eerste (heeft iemand de houding echt te pakken) is echt een kwestie van aanvoelen en uitvragen. Antwoorden op vragen als: ‘waar was je aandacht?’ en ‘hoe was dit voor je?’ geven je veel ondertiteling bij wat er bij de ander gebeurt. 
    Soms gebeurt het dat mensen het heel lastig vinden om de oefening te doen. We zien dit vaak bij mensen die veel talent in het hoofd hebben, maar zeker niet uitsluitend. Belangrijk is in die situaties om veel geruststelling te bieden. Het is volkomen normaal dat het niet voor iedereen even makkelijk is. En om aan te geven dat we de tijd kunnen nemen om rustig de talenten nog eens te meten. Totdat we er allebei een goed gevoel over hebben dat de uitkomsten zuiver zijn. In de meeste gevallen is het goed om de reeks van 9 talenten eerst af te maken, om vervolgens ze alle 9 nog eens te doen. Regelmatig gebeurt het namelijk dat bij de hoofdtalenten er kracht zichtbaar en voelbaar is, en dat het dan ineens ‘klikt’. De tweede serie gaat het dan veel makkelijker en zijn de uitkomsten heel helder. Mooi is dan dat de uitkomsten vaak niet perse anders worden, maar wel beter worden ervaren. 
    In een uitzonderingsgeval kun je ook de meting onderbreken om nog eens terug te gaan naar de neutrale meting. Om van beide kanten nog eens goed te ervaren hoe het werkt en hoe het specifiek voor deze persoon werkt. Ook jou laten meten helpt daarbij de ander regelmatig. 
  • Algemeen: Het is absoluut goed om te weten of er nog zaken spelen die van invloed kunnen zijn op de meting. NAH is een voorbeeld daarvan. Autisme, AD(H)D, blessures en dag-specifieke zaken (verlies, zorgen, etc) zijn andere voorbeelden. Als je aanvoelt dat er iets zou kunnen spelen wat de ander nog niet verteld heeft: een nieuwsgierige, open vraag maakt het vaak veilig voor de ander om te vertellen wat er speelt. 
    Uiteindelijk kunnen we alleen een zuivere meting doen wanneer de ander in staat is om de oefening uit te voeren die we vragen. 

Mooi om deze ervaringen te delen, dankjewel!

  • Liked by
Reply
Cancel